B A T A A T
Gewas
Bataat is geen familie van de gewone aardappel, wel van de windefamilie. Het gewas is warmteminnend en wordt daarom vooral geteeld in de warme regio's van Amerika, Afrika en Azië. De teelt in Noord-West Europa is echter relatief nieuw.
De knol is heel veelzijdig te gebruiken in tal van gerechten en is te verkrijgen in diverse kleuren van schil en vruchtvlees: rood, oranje, geel, wit, paars...
Inhoudelijk is de knol rijk aan koolhydraten maar met een lager effect op de glycemische index vergeleken met de gewone aardappel. Daarnaast is het een goede bron van vezels en vitamines.
Teelt
De teelt van bataat start eind maart door knollen in vochtige potgrond net onder het oppervlak te steken. Voldoende warmte is hierbij heel belangrijk (25°C). Na enkele weken beginnen de ranken uit te lopen en begin/half mei kun je deze stekken.
De stekken dienen minstens 2 knopen te bevatten, waarvan 1knoop in de stekgrond gestoken moet worden. Na een 10tal dagen zijn de stekken voldoende geworteld en kunnen ze in volle grond geplant worden. Idealiter gebeurt dit in de periode half tot eind mei. Plant de stekken hierbij op ruggen met plastic aan 3 stekken per meter, 75 cm tussen de rijen.
Na een trage start bedekken de ranken geleidelijk aan de grond maar pas eind september kan worden gerooid. Wacht niet tot het te koud en vochtig wordt want dan rotten ze weg en bewaren ze minder goed. Opbrengsten tot enkele kg per plant zijn mogelijk.
Voor een goede bewaring: bij voorkeur eerst 1 a 2 weken warm (25-30°C) en vochtig, daarna tussen 12 a 15°C.
Veredeling
Om via veredeling nieuwe rassen te verkrijgen zijn bloeiende planten nodig. Veel bataatrassen bloeien echter niet in ons klimaat waardoor bloei geïnduceerd moet worden.
De bloeiinductie gebeurt door bataatstekken te enten op een Ipomoea sierwinde (eenvoudig te verkrijgen) in maart en de geslaagde enten in mei buiten te planten. De enten komen in de zomer dan in bloei.
De bestuiving gebeurt handmatig of via bijen of hommels. Bij een geslaagde bestuiving zwelt het vruchtbeginsel op en rijpen de zaden af. De geoogste zaden worden het jaar nadien opgekweekt en na rooi eind september worden de knollen beoordeeld op opbrengst, vorm, smaak, ziektes, ...
De beste knollen worden geselecteerd en de jaren nadien opnieuw getest
Onze rassen
19002
(in selectie)
paars-rode schil
oranje vruchtvlees
eerder neutrale smaak
veelal kortere dikkere knollen
niet barstgevoelig
goed bewaarbaar
sterke opbrengst zowel in warme als koude zomers
19003
(in selectie)
oranje-bruine schil
matig-donker oranje vruchtvlees
opvallend zoete smaak
ietwat langwerpige knollen
niet barstgevoelig
goed bewaarbaar
Heeft warme omstandigheden nodig voor een goede opbrengst
19008
(in selectie)
rood-bruin gestreepte schil
lichtoranje vruchtvlees
lekkere smaak
vrij homogene knollen
lichte barstgevoeligheid
goed bewaarbaar
prachtige bloei in de zomer
Goede opbrengst, ook in koude zomers gematigde opbrengst
20001
paars-rode schil
oranje vruchtvlees
lekkere smaak
langwerpige knollen
niet barstgevoelig
goed bewaarbaar
goede opbrengst
20006
licht rood-paarseschil
gespikkeld paars vruchtvlees
eerder neutrale smaak
ietwat langwerpige knollen
niet barstgevoelig
goed bewaarbaar
matige opbrengst